Hans Warren - Wachten in de regen

Wij lopen door onpersoonlijke straten,
zeggen verkeerde woorden,
gaan verkeerde winkels binnen,
snuffelen in sexshops – wij die weten
hoe liefde van schedel tot voetzool te bedrijven;
eten uit de muur – wij, die
in zoveel eetpaleizen te gast waren.
Laten de boekwinkels – wij die gedichten schrijven,
en de drank- en drugzaken – wij die …
en staan nu in de regen onder een portiek te wachten.
Aan onze voeten hondendrollen en mensenbraaksel
waarin voorbijgangers achteloos trappen, terwijl wij
door alle ellende heen
bemoedigend naar elkaar glimlachen.

(uit de bundel Zeggen wat nooit iemand zei)

 
Judith Herzberg - Dozen

Omdat je in de oorlog altijd hoorde
van voor de oorlog, hoe argeloos
ze waren, ben ik nu heel voorzichtig.
Gooi ik iets weg, bijvoorbeeld
een kartonnen doos, dan hoop ik
dat die doos mij nooit meer zal
heroveren in de vorm van zelfverwijt;
weet je nog wel, hoe zorgeloos,
we gooiden gewoon dozen weg!
Als we er één hadden bewaard,
één hadden bewaard!

(Uit de bundel Zoals, 1992)


Neeltje Maria Min

Kind van mijn zoon. Haar schuimen kraag blaast
taal. Zij is in haar verhaal de hoofdpersoon.

Verbeeldt dit vlokkenpropje bruid of lammetje?

Het bad is afgekoeld, ze moet eruit.
Ik, moeder op het droge, diep haar op.
Tien kilo schoon voert strijd. Dat
mama nu moet komen, jammert ze.

Verzet maakt moe. Ik dek haar
met de handdoek toe. Als ik
haar aan de spiegel geef houdt
zij de beide hoofdjes scheef.

(uit de bundel Kindsbeen, 1995)


M. Vasalis - Liefdesverdriet

Vanavond, met de verschaalde adem der ervaring
gebogen over het vers, ontroostbaar kind
dat zweet en zoute tranen huilt en onbeproefde handen wringt
wetend wat het nu weet: het oude wiegelied
is ontoereikend voor dit fel en nieuw verdriet.
Dit is het uur, het afscheid van de kindertijd
caesuur die troost-ontroostbaarheid voor altijd scheidt.
Ja eigen wegen, omziend, struiklend zullen zij gaan
de kindren, en de ouders, leunend aan
het oud, vertrouwd, volstrekt denkbeeldig hek
met nutteloze handen als verbruikt bestek
hebben de keus tussen een afgedwongen onverschilligheid
en een op niets dan hoop en liefde gefundeerd vertrouwen:
dat het ze goed zal gaan. Tenminste uit te houden.

(uit de bundel De oude kustlijn - nagelaten gedichten, 2002)

  

De Poëzieclub

Lees je graag poëzie, en zou je dat vaker willen? Of weet je soms niet zo goed wat je moet met een gedicht? Kom dan bij de poëzieclub!
We komen eens in de twee maanden bij elkaar en bespreken een Nederlands gedicht. Kijken naar de betekenis en de vorm en genieten van de klanken en van de beelden die het oproept.

De Poëzieclub is op dit moment vol. Als je interesse hebt, laat even weten, misschien zijn er meer belangstellenden en kunnen we een tweede poëzieclub oprichten.

Voor info: stadsdorpnoordjordaan@gmail.com

José Huijberts en Ada Out